Aanstellingswijze Burgemeester
In Nederland wordt de burgemeester feitelijk door de gemeenteraad gekozen (voorgedragen), na een zorgvuldige selectieprocedure waarbij ook de commissaris van de Koning een belangrijke rol vervult.
De ‘Kroon’ (de Koning én de verantwoordelijke minister van BZK) benoemt uiteindelijk de burgemeester. De Kroon volgt in beginsel de voordracht van de gemeenteraad.
Van tijd tot tijd komt de discussie naar boven of de burgemeester op een andere wijze, bijvoorbeeld rechtstreeks door de burgers gekozen moet worden. Het NGB ziet geen noodzaak tot aanpassing van de aanstellingswijze omdat de huidige benoemingsprocedure evenwichtig en zorgvuldig in elkaar zit. Hierdoor zijn zowel de democratische legitimatie als de kwaliteit van de burgemeester gewaarborgd. Daarbij is het NGB met anderen van mening dat met een direct door de burgers gekozen burgemeester, de onafhankelijke, boven de partijen staande positie van de burgemeester verloren gaat. Juist door hun onafhankelijke positie genieten burgemeesters een hoge mate van vertrouwen van burgers.
Het NGB gaat een debat over de aanstellingswijze echter niet uit de weg. Voor een goed debat zijn hiervoor drie Argumenten en Informatiekaarten ontwikkeld (zie kader). Eén kaart over de huidige aanstellingswijze (Kroonbenoeming), één over een direct door de inwoners gekozen burgemeester en één over een door de gemeenteraad gekozen burgemeester.
Het burgemeestersambt staat niet op zichzelf, maar is nauw verbonden met de gemeenteraad en het college van B&W, en ook met andere partijen en instellingen in de samenleving. Iedere substantiële wijziging die wordt aangebracht in het ambt van burgemeester heeft daardoor invloed op de rollen en posities van die andere spelers in en rond de lokale democratie. Ook hun positie wijzigt daardoor. Denk bijvoorbeeld aan de positie van de gemeenteraad, nu het hoogste orgaan in de gemeente. Aan het collegiale bestuur van het college, de verhouding tussen de burgemeester en de wethouders, die door de gemeenteraad worden benoemd. Wij zijn daarom van mening dat eerst het openbaar bestuur als geheel moet worden beschouwd in het licht van de diverse maatschappelijke ontwikkelingen, voordat er eventueel wordt nagedacht over aanpassingen aan de positie en aanstellingswijze van de burgemeester.
Op 21 december 2018 is de Kroonbenoeming van de burgemeesters uit de Grondwet gehaald. We noemen dit de deconstitutionalisering. De Kroonbenoeming is nu opgenomen in de Gemeentewet.