Toezicht op openbare samenkomsten, vermakelijkheden en inrichtingen
Met het oog op de handhaving van de openbare orde en veiligheid bepaalt artikel 174 lid 1 Gemeentewet dat de burgemeester belast is met het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op voor het publiek openstaande gebouwen en erven.
De burgemeester is bij dit toezicht bevoegd om bevelen te geven in concrete, zich direct aandienende situaties waarin de veiligheid of gezondheid wordt bedreigd (lid 2). Bovendien is hij bevoegd om uitvoering te geven aan gemeentelijke verordeningen voor zover deze betrekking hebben op dit toezicht (lid 3).
Waarop toezicht wordt gehouden (lid 1)
Artikel 174 lid 1 Gemeentewet noemt als voorwerp van toezicht (1) openbare samenkomsten en vermakelijkheden en (2) voor het publiek openstaande gebouwen en erven.
Bij een openbare samenkomst of vermakelijkheid kan worden gedacht aan een evenement zoals een festival, sportwedstrijd of wandeltocht. Een demonstratie, vergadering of godsdienstige bijeenkomst valt hier niet onder, nu de Wet openbare manifestaties dergelijke manifestaties reguleert.
Een voorbeeld van een voor het publiek openstaand gebouw is een bioscoop, winkel, café of het gemeentehuis. Het is een plaats die in beginsel voor een ieder toegankelijk is, maar waarbij dat bezoek in de regel wel doelgebonden is (toegang tot de winkel als men boodschappen komt doen en tot het gemeentehuis voor het verlengen van een paspoort bijvoorbeeld). De rechthebbende (bijv. de caféeigenaar of winkelmanager) kan toegangseisen stellen of huisregels laten gelden. Om te bepalen of een plaats voor het publiek openstaat, moet worden gekeken naar de reguliere functie en het reguliere gebruik van de plaats. Zo is ook een horecagelegenheid waar een besloten feest plaatsvindt een voor het publiek openstaand gebouw waarop de burgmeester toezicht houdt, gelet op de reguliere functie en het reguliere gebruik van de gelegenheid.
De in artikel 174 lid 1 Gemeentewet genoemde plaatsen zijn te onderscheiden van openbare plaatsen en van woningen. Toegang tot openbare plaatsen staat voor iedereen onvoorwaardelijk open; artikel 172 Gemeentewet belast de burgemeester met de handhaving van de openbare orde op deze openbare plaatsen. Woningen blijven voor de burgemeester ook niet buiten beeld, zie de openbare-orderechtelijke sluitingsbevoegdheid van artikel 174a Gemeentewet.
Bevelen (lid 2)
Artikel 174 lid 2 Gemeentewet geeft bij het toezicht op openbare samenkomsten, vermakelijkheden en voor publiek openstaande gebouw aan de burgemeester de bevoegdheid om in situaties met een acute dreiging of aantasting van de veiligheid of gezondheid bevelen te geven ter bescherming daarvan. Zo kan de burgemeester het verstrekken van alcoholhoudende drank gedurende een bepaalde tijd verbieden bij een evenement dat door overmatig alcoholgebruik uit de hand dreigt te lopen. Ook kan hij beslissen om een café te sluiten indien een voorschrift betreffende de sluitingstijden herhaaldelijk niet wordt nageleefd. Verder kan worden gedacht aan een bevel tot het sluiten van een inrichting of het beëindigen van een evenement op grond van een acute brandgevaarlijke situatie. De burgemeester kan met de bevelsbevoegdheid geen vergunning intrekken of woning sluiten.
Aan een bevel worden strikte eisen gesteld. Zo dient er sprake te zijn van een concrete en acute situatie waarbij de veiligheid en/of gezondheid in het gedrang komt. In minder acute situaties moet eerst een waarschuwing worden gegeven. Bovendien mag de burgemeester geen gebruikmaken van zijn bevelsbevoegdheid als er minder vergaande regelingen of middelen voorhanden zijn die voldoende soelaas bieden.
Het bevel moet zijn gericht op herstel van de veiligheid en/of gezondheid, niet op criminaliteitsbestrijding. Het mag bovendien niet in strijd zijn met hogere wetgeving. Het moet deugdelijk zijn gemotiveerd, bevat waar mogelijk een termijn, is van korte duur en duurt niet langer dan noodzakelijk. Een bevel kan worden gehandhaafd door middel van bestuursdwang of een dwangsom. Zowel het bevel als de bestuursdwangbeschikking staan open voor bezwaar en beroep.
Uitvoering van verordeningen (lid 3)
Het college van burgemeester en wethouders is in beginsel belast met het voeren van het dagelijks bestuur van de gemeente. Artikel 174 lid 3 Gemeentewet belast de burgemeester echter exclusief met de uitvoering van gemeenteraadsverordeningen voor zover het gaat om openbare samenkomsten en vermakelijkheden of voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Zo dient bijvoorbeeld in de evenementenverordening van een gemeente de burgemeester belast te worden met de uitvoering daarvan.