Noodbevoegdheden
De artikelen 175 en 176 Gemeentewet geven de burgemeester bevoegdheden om bij noodsituaties maatregelen te treffen ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar.
(Over de toepassing van deze burgemeestersbevoegdheid is ook een instructiefilm beschikbaar in de E-learningomgeving. Deze vindt u door hier te klikken. U dient hiervoor als gebruiker ingelogd te zijn.)
Voor het geven van noodbevelen (175) en noodverordeningsvoorschriften (176) gelden veel minder strikte regels dan voor de totstandkoming van reguliere beschikkingen (zoals een omgevingsvergunning) of algemeen verbindend voorschriften in een reguliere raadsverordening: de burgemeester kan zelfstandig de maatregelen bepalen en die bekendmaken op een door hem te bepalen wijze. De inhoud van de maatregelen mag zelfs afwijken van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften. De beperking van grondrechten is in beginsel niet toegestaan, maar gebeurt in de praktijk regelmatig. Een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is slechts kortdurend gerechtvaardigd bij een acuut en concreet levensgevaar.
Noodsituatie
De noodbevoegdheden zijn relatief zeer open en vormvrije bevoegdheden. Er dient dan ook steeds sprake te zijn van een zich plotsklaps aandienende actuele en concrete noodsituatie die de toepassing ervan kan rechtvaardigen. De wet geeft nadere invulling aan de voor de toepassing van de noodbevoegdheden vereiste noodsituatie: er dient sprake te zijn van ‘ernstige wanordelijkheden’ (oproerige beweging of andere ernstige wanordelijkheden) of een ‘ramp’, dan wel de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan.
Bij ‘ernstige wanordelijkheden’ denken we primair aan grootschalige onlusten en rellen waarbij een groot aantal personen over de schreef gaat, zoals bij de Facebookrellen (Project X) in Haren in september 2012 of bij voetbalrellen. Ernstige wanordelijkheden is een minder ruim begrip dan verstoring van de openbare orde in artikel 172 lid 3 Gemeentewet. Van een openbare-ordeverstoring is reeds sprake bij overtredingen zoals wildplassen in het uitgaanscentrum. Bij ernstige wanordelijkheden moet evenwel worden gedacht aan situaties waarin op grote schaal misdrijven worden gepleegd (bijvoorbeeld vernielingen, vechterij, mishandeling of brandstichting). Omdat de burgemeester de noodbevoegdheden al kan inzetten bij ernstige vrees voor ernstige wanordelijkheden, hoeft hij slechts aan te tonen dat hij een scenario in die sfeer realistisch acht. Die vrees dient hij wel te objectiveren, daarbij kunnen inschattingen van de politie of eerdere ervaringen met vergelijkbare of dezelfde evenementen of groepen personen een rol spelen.
Onder ‘ramp’ dient te worden verstaan: een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken (zie artikel 1 Wet veiligheidsregio’s). Denk aan overstromingsgevaar, grote branden zoals bij Chemiepak Moerdijk in januari 2011 of bijvoorbeeld de uitbraak van een infectieziekte, zoals veroorzaakt door het coronavirus in 2020.
Noodbevel of noodverordening?
Hoewel het noodbevel en de noodverordening beide kunnen worden ingezet bij een noodsituatie, zijn het op punten heel verschillende bevoegdheden. Zo is een noodbevel bedoeld om zich te richten tot één of meer personen (concreet). De noodverordeningsbevoegdheid is bedoeld om algemeen verbindende voorschriften op te leggen aan een onbepaald aantal personen
[1] Onderstaand schema brengt (de verschillen tussen) beide noodbevoegdheden in kaart.
Noodbevel (artikel 175 Gemeentewet) |
Noodverordening (artikel 176 Gemeentewet) |
Gericht tot één of meer personen (concreet) |
Algemeen naar persoon (abstract) |
Bekendmaking aan degene(n) tot wie gericht:
|
Schriftelijke algemene bekendmaking op door de burgemeester te bepalen wijze:
|
Sanctie: artikel 184 Wetboek van Strafrecht (misdrijf) – 3 maand hechtenis, boete 2e categorie | Sanctie: artikel 443 Wetboek van Strafrecht (overtreding) – 3 maanden hechtenis, boete 2e categorie |
|
|
|
|
[1] Let op: de noodbevoegdheden richten zich met gebods- en verbodsbepalingen primair tot particulieren en kunnen geen nieuwe bevoegdheden voor de politie creëren.
Meer lezen?
A.J. Wierenga, C. Post & J. Koornstra, Naar handhaafbare noodbevelen en noodverordeningen. Een analyse van het gemeentelijke noodrecht, Amsterdam: Reed Business 2016.