Bevel aan ouders/verzorgers van 12-minners

De burgemeester heeft op basis van artikel 172b van de Gemeentewet de bevoegdheid om een bevel te geven aan personen die het gezag hebben over kinderen tot 12 jaar (hierna: ouders of verzorgers).

De bevoegdheid dient als instrument om overlast door jonge kinderen tegen te gaan. Vereist is dat die kinderen herhaaldelijk in groepsverband de openbare orde hebben verstoord en dat de burgemeester ernstige vrees heeft voor verdere verstoring. Het bevel kan niet worden opgelegd aan first-offenders, dat wil zeggen kinderen die voor de eerste keer overlast veroorzaken. 

De burgemeester kan aan de ouders of verzorgers twee soorten bevelen geven:

  1. het bevel dat het kind niet zonder begeleiding van een ouder in een bepaald gebied komt;
  2. het bevel dat het kind op bepaalde dagen van de week niet zonder begeleiding tussen 20.00 en 06.00 uur op voor publiek toegankelijke plaatsen komt.

Het is van belang dat er geen andere, minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn alvorens een bovenstaand bevel wordt gegeven. De maatregel mag ook niet verder gaan dan nodig is. Daarnaast moet er een flankerend hulpverleningsproject in gang worden gezet. 

De burgemeester mag het bevel ten hoogste voor de duur van drie maanden geven en kan het bevel tussentijds aanpassen, intrekken of ontheffing verlenen. Verlenging is niet mogelijk. De burgemeester kan maximaal twee andere personen aanwijzen voor de begeleiding van het kind. In de wetsbepaling is niets opgenomen over herhaling. Sinds de introductie van de bevoegdheid (2010) tot het moment van dit schrijven is van de bevelsbevoegdheid van artikel 172b Gemeentewet formeel nog geen gebruikgemaakt, vaak wordt een hulpverlengingstraject als meer geschikte optie beschouwd. 

De maatregel ziet op het tegengaan van openbare-ordeverstoring door kinderen tot 12 jaar oud. De oorzaak van de problematiek zal derhalve vaak opvoedkundig zijn. De maatregel kan daarom ook als instrument dienen voor situaties waarin begeleiding in een vrijwillig kader niet tot stand komt en begeleiding in het kader van ondertoezichtstelling nog niet passend is. De maatregel kan in dergelijke situaties worden ingezet als ‘drangmaatregel’ om hulpverlening in een gezin op te starten. Zie in dit verband ook de circulaire 12-minners over de toepassing van artikel 172b Gemeentewet.

Thema's