Preventie

Werken aan preventie

Bespreek ‘in vredestijd’ met het college en met de raad de politieke cultuur en in het verlengde daarvan de politieke integriteit.

Doe dat in elk geval aan de start van een periode, als onderdeel van het inwerkprogramma van de raad en het college.
Werk zo aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid van raad en college voor het bevorderen van de integriteit.

  • Huur zo mogelijk een bureau in om de bespreking van integriteit en politieke cultuur te begeleiden.
  • Denk goed na over het doel en toonzetting. Wilt u een meer juridisch verhaal of juist een interactieve bijeenkomst waarin men dilemma’s bespreekt. Informeer bij het NGB of collega’s naar hun ervaringen hiermee.
  • Houd zelf in ieder geval een aftrap en sluit zo mogelijk af.
  • Wijs de raadsleden en bestuurders op de toolkit Democratische Weerbaarheid. (ontwikkeld in opdracht van BZK). Hierin kunnen raadsleden/bestuurders zelf hun integriteitsrisico’s onderzoeken en op basis daarvan dilemma’s formuleren.
  • Neem uw loco-burgemeester goed mee, zodat de verantwoodelijkheid van integriteit niet afhankelijk is van uw aanwezigheid.

Trek conclusies over welke waarden voor dit college en deze raad belangrijk zijn in de afwegingen bij integriteitsrisico’s.

Stel deze waarden gezamenlijk vast, zodat ernaar verwezen kan worden.
Stel eventueel een Gentle Agreement op waarnaar raad en college zich willen gaan gedragen. Hierin kunnen principes als onpartijdige handhaving, omgaan met publiciteit en bijvoorbeeld zorgvuldigheid tegenover een vermeende schender verder uitgewerkt worden.
Check ook of de discussie aanleiding is voor aanpassing of herziening van de gedragscode.

Refereer in discussies aan wat de raad of het college heeft afgesproken over waarden en integriteit.

Investeer in een cultuur waarin mensen elkaar durven aan te spreken.
Bij lastige discussies kunt u in het college werken met een gerichte methodiek voor morele besluitvorming.

Werkvormen

Maak het bespreken van morele dilemma’s onderdeel van een routine.

Bespreek geregeld dilemma’s die zich voordoen of zich zouden kunnen voordoen.
Maak het gewoon om te twijfelen, benader dat als kracht. Maak duidelijk dat overal een grijs gebied aanwezig is. Maak dat gebied bij specifieke kwesties zichtbaar. Verklein het grijze gebied waar mogelijk en zorg dat aan de randen (tussen zwart en grijs en wit en grijs) de discussie levendig blijft.

Bespreek het maken van een risicoanalyse als vanzelfsprekend fenomeen.

Voor (nieuwe) wethouders is het voornemen* van de Minister om een risicoanalyse verplicht te stellen (een VOG is daar een onderdeel van). De bedoeling is dat de gemeente dit via een onafhankelijke instantie laat uitvoeren. Als burgemeester heeft u hierin een procesrol (immers de raad besluit over de benoembaarheid).

Stuur erop aan dat partijen deze analyse tijdig laten doen, zodat een kandidaat zich eventueel zonder gezichtsverlies of ingewikkelde argumenten kan terugtrekken. Ook kan gedacht worden aan een wisseling van takenpakket. Realiseer u wel dat een dergelijke analyse nooit alles boven water haalt.

Adviseer raadsfracties of partijbesturen bij hun zoektocht naar kandidaat-raadsleden ook een risicoanalyse uit te voeren.
Vraag om openheid over eventuele integriteitsrisico’s en bespreek met betrokkenen hoe ze hiermee kunnen omgaan.

Stel een vertrouwenspersoon aan.

Een raadslid kan - als hij of zij dat wil - sparren met de griffier of met de burgemeester hoe om te gaan met een lastig dilemma. Maar niet altijd zal een raadslid of bestuurder dat prettig vinden en ook niet alle casussen lenen zich daarvoor, zeker als het de burgemeester betreft! Daarom kan het verstandig zijn om een (externe) vertrouwenspersoon aan te stellen met wie wethouders en raadsleden in vertrouwen in gesprek kunnen gaan. Een vertrouwenspersoon moet in staat zijn om zowel integriteitkwesties als de meer klassieke kwesties van ongewenst gedrag te behandelen.

  • Als het goed is, heeft de gemeente al een vertrouwenspersoon bij wie de ambtenaren terecht kunnen. Kunnen diens taken worden uitgebreid naar bestuurders of is het verstandig een aparte vertrouwenspersoon voor bestuurders aan te stellen?

Actualiseer geregeld de gemeentelijke gedragscode.

Het is belangrijk dat elke raad zich committeert en ‘contracteert’ aan de inhoud van de gedragscode.
Bespreek daarom in elke raadstermijn of de gedragscode nog voldoet aan de cultuur en waarden die de gemeente(raad) voorstaat. Stel zo mogelijk een werkgroepje van raadsleden aan die onder leiding van de griffier de gedragscode gaat aanpassen.

  • Bestudeer de handreiking en model gedragcodes Integriteit van de VNG.
  • Neem in de gedragscode een uitgebreide paragraaf op met de waarden in de raad en laat ook zien hoe deze van invloed zijn op de afspraken en normen. Bijvoorbeeld: ‘geen geschenken aannemen’ heeft te maken met het voorkomen van chantabiliteit oftewel met de waardeonafhankelijkheid die samenhangt met artikel 27 van de gemeentewet: Raadsleden stemmen zonder last.
  • Bekijk ook eens enkele gedragscodes met een eigen signatuur: Amsterdam (december 2019), Zaanstad die aparte gedragscodes heeft voor burgemeester, raadsleden en ambtenaren.

Werk nauw samen met de gemeentesecretaris aan een aanpak van integriteit.

Integriteit is een onderdeel van de cultuur in de hele gemeente. Hoe politici met integriteit omgaan, beïnvloedt hoe ambtenaren dat doen en andersom. Voor burgers maakt het bij integriteitsschending ook niet uit of dat in politieke of ambtelijke kring is gebeurd. Overheidsorganisaties zijn verplicht tot het voeren van een integriteitsbeleid. In de Modelaanpak basisnormen integriteit (BZK) leest u aan welke normen de gemeente in ieder geval moet voldoen.

  • Aandachtspunten hierin zijn: waarden van de gemeentelijke organisatie, (daaruit voortvloeiende) basisnormen in de gedragscode, gericht onderzoek bij werving en selectie, kwetsbare functies, eed/gelofte, nevenwerkzaamheden, financiële belangen, informatiebescherming, relatiegeschenken, inkoop en aanbesteding, vertrouwenspersoon integriteit.

Zorg dat u mensen om u heen heeft met wie u kunt sparren bij lastige kwesties.

Bouw een kring van vertrouwelingen bij wie u terecht kunt met twijfels en morele afwegingen.

  • Het NGB organiseert intervisiegroepen.
  • Ook in burgemeesterskringen bestaan intervisiegroepen.
  • Schakel een persoonlijke coach in.
  • Bel het steunpunt integriteit (SIPA) dat speciaal is opgericht als klankbord voor burgemeesters bij integriteitsvraagstukken: 070-3765950
  • Benader de (externe) vertrouwenspersoon van uw gemeente.
  • Zet eventueel een bureau Integriteit op.

Bespreek met de CdK welke rol de commissaris wil spelen bij integriteitskwesties.

De CdK (of de kabinetschef) kan optreden als raadsheer/raadsvrouw voor u persoonlijk of als adviseur voor het bestuur als geheel.

  • In het nieuwe wetsvoorstel Bevordering integriteit decentraal bestuur wordt de rol van de CdK versterkt, bijvoorbeeld met het recht om ook besloten vergaderingen bij te wonen en documenten met geheime informatie in te zien.
  • Met name de kabinetschef is voor veel burgemeesters een goede ingang voor advies.

Zorg voor voldoende alertheid en voelsprieten binnen de bestuurlijke driehoek om in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte te raken van integriteitsrisico’s.

Bespreek regelmatig met de griffier en de gemeentesecretaris welke integriteitsrisico’s er in de gemeente zijn, met welke scenario’s.
Relateer dit ook aan ondermijningsvraagstukken.
Stimuleer griffier en gemeentesecretaris hetzelfde te doen met raad en ambtelijke organisatie.

Stel met de raad een protocol of gentle agreement 'Wat te doen bij integriteitsschendingen?' op.

Stel met de raad een protocol of gentle agreement Wat te doen bij integriteitsschendingen? op.Bespreek aan de hand van voorbeelden wat jullie willen vastleggen voor melding, onderzoek, juridische afhandeling en registratie van mogelijke integriteitsschendingen en nazorg voor betrokkenen.