Wonen en verhuizen

Burgemeesters moeten wonen in de gemeente waar zij zijn benoemd. Omdat verhuizen niet altijd gelijk mogelijk is, kan de gemeenteraad een ontheffing van de verhuisplicht geven van maximaal één jaar.

Woonplaatsvereiste

Als het de burgemeester door omstandigheden niet lukt om binnen het jaar te verhuizen, kan de commissaris van de Koning nog tweemaal voor maximaal één jaar ontheffing verlenen. De CdK moet daarvoor wel de gemeenteraad horen. 

Zolang de burgemeester nog niet is verhuisd, kan het handig zijn dat de burgemeester tijdelijk in de gemeente verblijft in een hotel, B&B, of appartement. Bijvoorbeeld omdat de reisafstand naar het huis in de oude gemeente ver weg is voor dagelijks woon-werkverkeer. De kosten van de tijdelijke huisvesting worden vergoed tot een maximum (18% van de bezoldiging).

Ambtswoning

Sommige gemeenten hebben een ambtswoning voor de burgemeester. De burgemeester huurt in dat geval van de gemeente en betaalt hiervoor een wettelijk vastgestelde vergoeding van 18% van de bezoldiging. Alleen als objectief kan worden vastgesteld dat de huurwaarde lager is dan 18%, kan de inhouding op een lager bedrag worden vastgesteld.

Waarnemende burgemeesters zijn niet verplicht in de werkgemeente te wonen. Wanneer zij gebruik maken van een vorm van tijdelijke huisvesting als hiervoor beschreven, bestaat recht op dezelfde vergoedingen.

Waar moet als burgemeester op letten bij de aankoop van een huis?

Omdat de woning van een burgemeester regelmatig in enige vorm beveiligd moet worden, doet een nieuwe burgemeester er goed aan in de zoektocht naar een (koop)huis op een aantal punten te letten. Dit om te voorkomen dat in de toekomst onnodig extra (eigen of gemeentelijke) kosten moeten worden gemaakt. Voor meer info lees de flyer 'Nieuwe woning politieke ambtsdragers'.

Verhuiskosten

De werkelijke kosten voor het overbrengen van de inboedel, inclusief in – en uitpakken worden volledig vergoed. Het is aan te bevelen meerdere offertes bij verhuizers te vragen. Daarnaast ontvangt de burgemeester een vast bedrag voor de overige uit de verhuizing voortvloeiende kosten, bijvoorbeeld inrichtingskosten. Dit bedrag wordt slechts eenmaal verstrekt, ook wanneer de burgemeester extra kosten maakt in verband met de verhuizing naar een tijdelijke woning. Het bedrag is vastgesteld ter hoogte van het fiscaal onbelaste maximum (niveau jaar 2020:  € 7.750).

Dubbele woonlasten

Wanneer de oude woning nog niet is verkocht, maar er al wel een nieuwe woning is gevonden, kunnen zich dubbele woonlasten voordoen. In dat geval kan een tegemoetkoming in de dubbele woonlasten worden verstrekt tot maximaal 18% van de bezoldiging. Aanspraak op vergoeding van dubbele woonlasten kan maximaal drie jaar duren.

 

Thema's